Ik heb hepatitis B | Thuisarts.nl (2024)

• Hepatitis B is een ontsteking van de lever door een virus.
• De meeste mensen hebben geen klachten en worden vanzelf beter.
• Na een half jaar controleert de huisarts je bloed weer.
• Het virus kan dan weg zijn.
• Als je het virus nog hebt, stuurt je huisarts je door naar het ziekenhuis.

Hepatitis B is een ontsteking van de lever door een virus.

Veel mensen worden niet ziek als ze het hepatitis B-virus hebben.

Sommige mensen worden wel ziek. Dat gebeurt dan meestal pas als het virus 2 tot 3 maanden in je lichaam zit. Maar dit verschilt per persoon. Sommige mensen worden al ziek na 4 weken en sommige pas na 6 maanden.

Eerste klachten

Je kunt bij hepatitis B deze klachten krijgen:

• moe zijn
• minder zin in eten
• misselijk zijn
• koorts
• pijn rechtsboven in je buik

Na een paar dagen meer klachten

3 tot 10 dagen later kun je dit merken:

• geel oogwit
  Als je een lichte huid hebt, kan je huid ook geler worden (geelzucht).
• bruine plas (zoals sterke thee)
• lichtgrijze poep
• jeuk

Klachten die langer kunnen duren

De geelzucht verdwijnt na een paar weken. Maar het kan ook een paar maanden duren.
De moeheid kan weken tot maanden duren.

Je huisarts kan denken aan hepatitis B als je je ziek voelt en een gele huid of geel oogwit hebt. Vooral als je met veel verschillende mensen seks hebt gehad. Of als je geboren bent in een land waar veel mensen hepatitis B hebben.

Je huisarts onderzoekt je buik en let vooral op de plek waar je lever zit. Dat is aan de rechterkant, boven in je buik. Ook kijkt je huisarts naar de kleur van je huid en oogwit.
Met bloedonderzoek kan je huisarts zien of je hepatitis B hebt. Je laat dan bloed prikken. De uitslag is meestal na een week bekend.

Als je geen klachten hebt

Je huisarts kan ook testen of je hepatitis B hebt als je geen klachten hebt. Dat kan in 1 van deze situaties:

• Je bent geboren in een land waar veel mensen hepatitis B hebben. Zoals een land in Azië, Afrika of Zuid-Amerika.
• Je gebruikt drugs en spuit dat in een bloedvat.
• Je hebt een grotere kans op hepatitis B door bijvoorbeeld seks met veel verschillende mensen. Of seks met iemand die hepatitis B heeft.

Je kunt hepatitis B krijgen op deze manieren:

Bij je geboorte

Je kunt hepatitis B al vanaf je geboorte hebben. Als je moeder het had, kun je het hebben gekregen bij de geboorte.

Via seks

Je kunt het ook krijgen door seks zonder condoom:

• Het virus zit in het bloed en in het sperma of vocht in de vagin* van iemand met hepatitis B.
• Dat kan bij jou in een wondje zijn gekomen bij seks. Of op de slijmvliezen van je mond, neus, ogen, anus (poepgat), penis of vagin*.
• Zo komt het virus in je lichaam.

Via bloed

Andere manieren waarop je het virus gekregen kunt hebben:

• Je hebt een scheermesje of tandenborstel gebruikt waar het virus op zit (in een heel klein beetje bloed).
• Je hebt drugs gespoten met een naald en daar zat een beetje bloed met virus op.
• Je hebt een piercing, tattoo of acupunctuur gekregen in het buitenland. De spullen worden daar soms niet goed schoongemaakt.
• Je bent gebeten door iemand met hepatitis B.

Volg deze adviezen als je hepatitis B hebt:

• Neem rust als je dat nodig hebt. In bed blijven is niet nodig.
• Eet waar je zin in hebt. Het kan zijn dat je geen zin hebt in vet eten.
• Drink geen alcohol.
• Als je je goed voelt, kun je naar school of werk gaan.
  Werk je in de zorg? Bespreek met de bedrijfsarts of je je werk kunt doen.
• Gebruik je elke dag medicijnen voor een andere ziekte? Bespreek dit met je huisarts of apotheek.
  Je lever werkt namelijk niet goed. Sommige medicijnen blijven daardoor langer in je lichaam. Misschien moet er iets veranderen in de medicijnen.

Probeer anderen niet te besmetten

Je hebt het virus in je lichaam. Het zit in:

• je bloed
• als je man bent: je sperma en vocht dat voor het klaarkomen komt
• als je vrouw bent: het vocht in je vagin*

Je kunt het doorgeven zonder dat je zelf klachten hebt.

Zo zorg je ervoor dat je het virus niet aan andere mensen doorgeeft:

• Vrij veilig. Gebruik een condoom en een beflapje.
• Zoen niet als je wondjes hebt in je mond of op je lippen.
• Was je handen met water en zeep als er bloed of sperma op is gekomen. Of vocht uit de vagin*.
• Je kunt het virus via je handen aan iemand geven. Die kans is niet zo groot.
• Zorg ervoor dat anderen geen spullen van jou gebruiken of aanraken waar jouw bloed aan kan zitten. Zoals je tandenborstel, scheermesje, nagelknipper, gebruikt verband of maandverband.
• Doe een pleister op wondjes.
• Komt je bloed toch op de huid van iemand anders? Dan moet die persoon dit zo snel mogelijk afwassen met water en zeep.
• Ga je naar het ziekenhuis? Bijvoorbeeld voor iets anders dan hepatitis B? Vertel dan dat je hepatitis B hebt. Het kan bijvoorbeeld belangrijk zijn voor de medicijnen die je in het ziekenhuis krijgt.

Er is geen risico dat je het virus doorgeeft bij deze dingen:

• als je iemand aanraakt
• als iemand jouw kleren aandoet
• als anderen dezelfde wc, badkamer of bestek gebruiken

Mensen met wie je seks hebt of met wie je samenwoont

Vertel het als je hepatitis B hebt:

• Vertel je sekspartners dat je hepatitis B hebt.
  Zij kunnen zich ook laten testen.
  Vertel het ook aan de mensen met wie je het afgelopen half jaar seks hebt gehad.
  Dat kan ook via de website partnerwaarschuwing.nl.
• Vertel het ook aan de mensen met wie je samenwoont.
  Je huisarts of het laboratorium meldt ook bij de GGD dat jij hepatitis B hebt. De GGD belt jou dan. Samen met jou zoekt de GGD uit wie zich moeten laten testen op hepatitis B. Dit gebeurt ook door de GGD.
  De mensen met wie je samenwoont kunnen ook een prik nemen tegen hepatitis B. Bespreek dit met de GGD.

De meeste mensen worden vanzelf weer beter.

Soms blijft het virus in het lichaam zitten:

• Dat gebeurt bij ongeveer 5 van de 100 volwassenen die hepatitis B krijgen.
• Bij jonge kinderen is de kans groter. Vooral als ze jonger zijn dan 1 jaar. Bij 90 van de 100 van deze kinderen blijft het virus in het lichaam als ze hepatitis B krijgen.

Als je jarenlang hepatitis B hebt, kan het erge schade aan de lever geven en leverkanker.

Het eerste half jaar dat je het virus hebt, is er geen behandeling nodig.
Het virus kan na een half jaar weg zijn uit je bloed.

Je huisarts controleert daarom na een half jaar je bloed:

• Is het virus uit je bloed verdwenen?
  Dan ben je genezen.
  Je kunt het virus niet meer aan anderen geven.
  Je kunt hepatitis B niet meer krijgen. Alleen als je medicijnen krijgt die je afweer slechter maken, kun je weer ziek worden. Dat kunnen bijvoorbeeld medicijnen tegen reuma of kanker zijn.
• Zit het virus nog in je bloed?
  Dan ben je niet genezen. Je kunt het virus aan anderen doorgeven. Ook heb je een grotere kans op schade aan de lever.
  Je huisarts stuurt je door naar een arts in het ziekenhuis die veel weet van leverziekten. Bijvoorbeeld een maag-darm-lever-arts. Die bespreekt met jou de behandeling met medicijnen.

Ben je zwanger en heb je hepatitis B?
Dan stuurt de huisarts je naar de arts in het ziekenhuis die veel weet van leverziekten. Soms heb je dan zelf medicijnen nodig. En je baby krijgt meteen na de geboorte een prik. Die zorgt ervoor dat je baby geen hepatitis B krijgt.

Bel je huisarts als je hepatitis B hebt en 1 of meer van deze klachten:

• Je wordt steeds zieker.
• Je hebt veel klachten, zoals erge jeuk.
• Je wordt suffer.
• Je moet steeds overgeven.

• Meer informatie: RIVM.
• Voor contact met andere mensen met hepatitis B: Nederlandse Leverpatiënten Vereniging.
• Informatie over ziekenhuizen die hepatitis B behandelen: Vereniging van Maag-Darm-Lever-artsen.

We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn voor huisartsen over leverziektes.